Elektriciteit
Tientallen seizoenen heeft het stroomhuisje bij de ingang van De Westmaat allerlei weersomstandigheden getrotseerd, evenals fout geparkeerde fietsen en scooters, wildplassers en heel af en toe een beginnend graffiti-artiest. En dat was het wel zo’n beetje voor dit anonieme gebouwtje op het snijvlak van rood en blauw. Totdat eind mei, het voetbalseizoen ‘18/’19 liep op z’n laatste benen, de betekenisloze bruine stenen werden geschilderd in de huiskleur van IJsselmeervogels en Spakenburg. Uiteraard met de kleurscheidslijn synchroon aan de erfgrens. Vanaf dat moment kreeg ook de buitenkant van het transformatorhuisje lading. En niet zo zuinig ook. De verf was nog niet droog of de nieuwe ondergrond werd al beklad met teksten. Bijzonder was dat dit twijfelachtige proza gericht was tegen beide clubs. De schennis werd vrij snel weggewerkt waarna de rust en stilte van de zomerstop z’n intrede deed.
Nu, het voetbalseizoen is inmiddels alweer enkele weken oud, is het zogenaamde stroomhokje van Stedin nog steeds ongeschonden. Waaruit ik voorzichtig durf te concluderen dat het nieuwe uiterlijk geaccepteerd is. Neemt niet weg dat het pandje z’n onschuld heeft verloren. Voorheen was het ingetogen, sober en saai. Het had geen relatie met voetbal. Er was geen connectie met IJsselmeervogels of Spakenburg. Maar nu is het getransformeerd tot dit in steen opgetrokken dorpsschisma. Het waarschuwingsbord op de deur spreekt dan ook klare taal: hoogspanning.
Rivalen
Via twitter werd ik geconfronteerd met een lijstje over rivalen uit de vier Engelse voetballeagues. Het lijstje gaf per club een opsomming van de 5 belangrijkste tegenstrevers.
Wat direct opvalt, en dat is geen verrassing, is dat rivaliteit in veel gevallen vooral plaats- of regio gebonden is. Bekende plaatselijke rivalen zijn Everton en Liverpool, Sheffield United en Sheffield Wednesday, Tottenham Hotspur en Arsenal en Birmingham City FC en Aston Villa.
Southampton is een voorbeeld van regionale rivaliteit. De grootste concurrenten van deze Zuid-Engelse club uit de gelijknamige havenplaats zijn het nabijgelegen Portsmouth (91% van de supporters gaf aan dat deze club als belangrijkste opponent wordt beschouwd), Bournemouth (65%) en Brighton & Hove Albion (53%). Daarna volgt op gepaste afstand provinciegenoot Reading (38%).
Behalve dat Portsmouth, Bournemouth en Brighton op relatief kleine afstand liggen van Southampton, zijn het ook nog eens stuk voor stuk havensteden. Ook dat aspect van concurrentie draagt bij aan de rivaliteit.
Een ander onderdeel wat rivaliteit voedt, zijn goede prestaties. Een tegenstander die door de jaren heen de meeste prijzen wint, of in onderlinge wedstrijden vaak aan het langste eind trekt, gooit hoge ogen. In desbetreffende lijst worden vooral Liverpool en Manchester United gezien als de te kloppen ploegen.
Hoe zit dat in Nederland? Specifieker nog; hoe ziet de samenstelling van dit lijstje eruit als deze gemaakt zou worden van de 2e Divisie? De erfvijanden van onze mooie club zijn duidelijk. Uiteraard is onze buurman IJsselmeervogels onze grootste rivaal. Daarna, op gepaste afstand, vinden wij Blauwen het heel erg lekker om van GVVV en Katwijk te winnen. Welke clubs voegen we nog toe om het lijstje compleet te maken? Kozakken Boys maakt een goede kans. Maar ook Quick Boys is niet uit te vlakken. En in een nog niet zo ver verleden behoorden ook Urk en Huizen tot de kandidaten.
Maar dan de tegenvraag; voor wie zijn wij, Blauwen, de grootste rivaal? In welke kantines wrijven ze zich in de handen als Spakenburg aan de zegekar is gebonden? Uiteraard IJsselmeervogels.
Ook GVVV is een zekerheidje, evenals Katwijk en Kozakken Boys. Maar ook Rijnsburgse Boys, Eemdijk, Noordwijk, DOVO, Quick Boys, ACV, Sparta Nijkerk, DVS’33, SDC Putten, Genemuiden, Scheveningen en VVOG willen heel erg graag van ons winnen.
Rivaliteit beperkt zich niet uitsluitend tot clubs. Er lopen ook voetballers rond die maar al te graag van Spakenburg willen winnen. Raily Ignacio is daarvan de meest duidelijke verpersoonlijking, zo bleek afgelopen zaterdag maar weer.
Alle rivaliserende clubs blijven bestaan. Altijd. De voetballer Ignacio niet. Nog een paar jaar, dan zijn we eindelijk van deze geniale plaaggeest af.
Hille Beekhuis
Oost, West….
Voor de regelmatige lezer van deze kroniek, is het geen geheim meer dat ik graag de landsgrenzen oversteek om op zoek te gaan naar de schoonheid van onze voetbalsport. Stadions, liefst asymmetrisch en licht vervallen, mooie en tot de verbeelding sprekende lichtmasten en clubs met een roemrucht verleden genieten daarbij de voorkeur.
De vakantiebestemming dit jaar was andermaal Park Playa Bara in Catalonië. Vorig jaar bezocht ik op een vroege zaterdagochtend het stadion van Gymnastic Tarragona. Leuke bak alleen een overdaad aan rode stoeltjes. Geuzennaam van deze club is Nastic. Gezien de eerste drie letters is het niet zo verwonderlijk dat rood daar inderdaad de overhand heeft.
Omdat de zomervakantie dit jaar voor regio midden laat viel, kon ik ruim van tevoren en op mijn gemakje op onderzoek uit of er tijdens mijn verblijf op de camping ergens in de buurt zou worden gevoetbald. En ik trof het met Barcelona-Arsenal. Via de officiële website was het niet moeilijk om kaarten te bemachtigen zodat ik samen met zoon Thomas getuige was van het thuisdebuut van zowel Frenkie de Jong als Antoine Griezmann.
Het vak waarin wij zaten, was behoorlijk gemêleerd. Uiteraard veel Spaanse seizoenkaarthouders maar ook opvallend veel Nederlandse toeristen. Achter mij zat een taxichauffeur uit Glasgow die ik nauwelijks kon verstaan, zeg maar gerust helemaal niet. Naast hem zat een stelletje uit Berlijn met dezelfde tik als ondergetekende. Zij papten aan met de Schotse taxichauffeur en niet voor een leuke conversatie want dat was simpelweg niet mogelijk. Wel om contact te houden om een keer Ibrox Park, de thuishaven van Glasgow Rangers, te bezoeken. Recht voor mij zaten twee Engelse vrienden uit Birmingham. Eén daarvan was diehard Arsenal supporter de ander was van Liverpool. Vreemd genoeg geen voorkeur voor Aston Villa of Birmingham City en zij schijnen daar in Birmingham echt geen uitzondering in te zijn. De wedstrijd op zich viel wat tegen, de gesprekken met deze mede voetballiefhebbers vergoedden daarentegen veel. Daarnaast heb ik nog nooit samen met 98.811 mensen in een stadion voetbal gekeken dus een record is gebroken.
Eenmaal weer thuis was Spakenburg-Hercules het eerste wat ik dit seizoen van de Blauwen zag. Op de tribune geen gloryhuntende toeristen om mij heen maar mensen die ik dit keer gelukkig wel kon verstaan. Het echte gras, de absolute topspelers, het hoge tempo en niveau ten spijt en met hooguit slechts 0,5 % van het aantal mensen van Camp Nou op de Izaak Veerman tribune kwam ik andermaal tot de conclusie: dit is mijn club!
Tijmen Beekhuis